Medewerkers

Roos de Vries | Sinds 2022 heb ik met Boilerhouse gewerkt, aan de producties ‘De kleine Prins in Scheveningen’ (2022) en ‘Hold your Ground – zomersneeuw’ (2023/2024). Sindsdien ben ik nauw betrokken bij zowel de stichting als bij de oprichting van Collectief de STOET, als ontwikkelaar, projectmaker en euritmist.

Martje Brandsma | Boilerhouse is voor mij al 10 jaar lang een plek waar ik in mijn individuele kracht en kunnen als kunstenaar wordt aangesproken. Een plek waar ik wordt uitgedaagd doelgericht te ontvouwen, te bevragen en te schenken, aan mijn collega’s en aan het publiek. De werkwijze (o.a. gesprekken, inhoudelijk uiteenzettingen, het ‘composterende’ en intuïtieve repetitie pr/oces) en de thema’s (lokaal verbonden, relevant, actueel en universeel) van de Boilerhouse producties hebben een grote stempel gedrukt op mijn persoonlijke werkwijze en omgang met mijn vak. De ‘warmte’ die ontstaat in het werk is als een vlam die haar afdruk achter laat bij diegene die met haar in aanraking komen en het is een vlam die ik door wil dragen. Ook nu Boilerhouse zich gaat professionaliseren als gezelschap, en dit uiteraard op een boilerachtige wijze gaat doen (op een basis die financieel en intermenselijk sociaal draagvlak, aldus warmte, heeft), wil ik mij de komende jaren inzetten dit mede te realiseren.

Michaela Beckman | Sinds 2009 ben ik aangesloten bij Boilerhouse. Vanaf die periode heb ik, op een enkel project na, deel genomen aan de projecten die binnen Boilerhouse zijn ontstaan. Wat begon als een avontuur op de Visafslag in Scheveningen tijdens Vishartslag, groeide uit tot een langdurige samenwerking waarbij inhoudelijk werk aan maatschappelijke en algemeen menselijke thema’s op de voorgrond staat. Deze thema’s worden kunstzinnig vertaald naar een voorstelling waarbij met name de euritmie de vertaalslag maakt, het in beeld brengt en ervaarbaar maakt. Twee jaar geleden ontstond het verlangen mij meer te verdiepen in de euritmie en haar werkzaamheid. Wat is haar kracht en hoe krijgt zij maatschappelijke grond ook los van de gemeenschap die zich verbonden heeft met de antroposofie en de euritmie? De wens is om meer tijd vrij te ruimen voor dit onderzoek en daarmee onder andere het kunstzinnig werk verder te ontwikkelen. Tot slot wil ik zeggen dat de liefde voor het vak, die al 25 jaar in mij huist, in alles de drijvende factor is.

Vera Slot | Mijn naam is Vera Slot en ik ben 29 jaar oud. In 2019 ben ik afgestudeerd van de opleiding docent dans/euritmie, of zoals dat in de volksmond ook wel heet; de euritmie academie. Op deze opleiding heb ik ontzettend veel moois geleerd over mezelf, beweging, in beweging met de ander en hoe je daarin conectie kan maken met een andere wereld. Een wereld waarvoor je via de euritmie een fijngevoelig zintuig creert, waar ik mijn leven lang van mag genieten. Euritmie is een prachtig vak dat mij nauw aan het hart ligt. Sinds september 2020 ben ik werkzaam als euritmiedocent op een middelbare school. Ik probeer in mijn werk de vertaalslag te maken van dat wat ik tijdens mijn opleiding heb ervaren en geleerd, naar de belevingswereld van pubers. Een klus die knap lastig blijkt te zijn. Ik heb hierin nog veel te leren, maar prijs mezelf gelukkig met zo´n prachtig beroep! Sinds oktober 2020 ben ik betrokken bij het Boilerhouse project De Kleine Prins. Ik sta voor twee nieuwe uitdaging tegelijkertijd; me uiteenzetten met zowel de pedagogisch als de kunstzinnige euritmie. Daar waar deze twee kanten van de euritmie ogenschijnlijk ver uit elkaar staan, zou ik graag een verbinding willen leggen. Graag zou ik mijn werk als docent laten inspireren door het kunstenaarschap. Als leraar en als kunstenaar wordt er immers van je gevraagd een bril op te zetten waarbij je voorbij de werkelijkheid ziet. Geduld, aandacht, oog voor schoonheid, allerlei aspecten die in beiden werkvelden van belang zijn. Het meesterwerk De Kleine Prins sluit daarbij ook nog eens ontzettend goed op dit thema aan. Via dit boek en de samenwerking met de andere leden van Boilerhouse laat ik mij graag inspireren en bewegen tot het maken van een bijzondere euritmievoorstelling op een prachtlocatie en liefdevol onderwijs!

Mirjam de Gooijer | Mijn naam is Mirjam de Gooijer. Alweer 18 jaar geleden ( in 2003) studeerde ik af aan de Euritmie Academie ( Hogeschool Helicon).  Na mijn afstuderen begon ik direct met mijn loopbaan als euritmiedocent bij het Rudolf Steiner College in Rotterdam.  Ook verbond ik mij aan het toenmalige euritmie ensemble EEN waar ik, in mijn vrije tijd, drie tot vier dagdelen per week repeteerde.  Meerdere keren gingen we op tournee. Het was intensief, maar ik leerde ook heel veel. Al deze jaren gaf ik zeker 20 uur per week les op school en werkte daar met pubers van 12 t/m 17 jaar.  Daarnaast repeteerde ongeveer 12 uur per week. (Stormsonate van Beethoven, Cellosonate Op.4  Fantasia van  Kodaly, het inwijdingsverhaal `Langzaam zoals een planeet draait`.)  Altijd ben ik een idealist geweest en werd reeds op jonge leeftijd “geroepen” voor dit vak.   Naast het meer klassieke oefenwerk in het ensemble kwam Laura’s vraag om me aan te sluiten bij haar project bij Stichting Boilerhouse eigenlijk als geroepen. Ik was naast de academische scholing ook op zoek naar een meer persoonlijke weg en invulling in mijn vak. In ´mijn´ euritmie. Mijn leven en mijn pad nog meer te verbinden met de euritmie en mezelf en de wereld. De werelden te verbinden. Een ander licht ging schijnen in mijn kunstenaarschap. Dit werkte bevrijdend. Er mochten ook andere delen van mij en in mij aandacht krijgen. De ontmoetingen met inspirerende mensen voelden als een enorme rijkdom en de gedeelde wijsheid verdiepte mijn zijn.  Altijd werken vanuit thema´s, vanuit onderzoek, vanuit menskunde en antroposofie. ´Composteren´ zoals dat in Boilertaal heet. Een groot geschenk. Vishartslag, Goudhartslag en repeteren met EEN. Mijn optreden met EEN in het Goetheanum in Dornach op de grote Buhne tijdens het 100 jarige bestaan van de euritmie in juli 2012 was voor mij even de kroon.  Na ons optreden keek ik naar de oranje avondlucht en zei tegen mezelf: “Nu is het tijd om een man te vinden en moeder te worden”. En zo geschiede… Ik kreeg in de afgelopen jaren met mijn man drie prachtige kinderen. Ik bleef werken op school en bleef verbonden met Stichting Boilerhouse. Na de geboorte van mijn tweede kind heb ik meegewerkt aan Whitsun ( Pinksteren) en Whispering Wall (over het slaan van de brug vanuit het hart naar menselijke verbondenheid, die in de lichtkracht, de drager van elk individu, leeft.) Op school verdiepte ik mijn menskundig inzicht. Via het bestuderen van de pedagogische euritmie vormen van Rudolf Steiner en dit te doen en oefenen met mijn leerlingen, werd mij de urgente rol van euritmie nog en helderder.  Vooral in deze tijd is de ondersteunende rol die de euritmie kan bieden aan jonge mensen heel belangrijk. Met haar choreografieën/vormen en armbewegingen kan zij een bedding geven aan de jonge mens waarin de geboorte van zijn ziel en het ik , ondersteund worden. Daarmee kan de jonge mens een sterke burger van werelden worden en blijven. Het werken op school en het kunstzinnig werken aan projecten hebben elkaar altijd te goede beïnvloedt.  En nu ons laatste, door de coronacrisis eindeloos uitgestelde, project Shades of Light. Op de pier, boven de golfslag tussen land en zee. Werken vanuit de eigen biografie, hoe bijzonder en wat een geschenk! Het nieuwe project ‘de kleine Prins’, dat plaats zal gaan vinden op wederom een zeer bijzondere locatie, ligt voor ons. Wat zou het terecht en mooi zijn als “Wij” als euritmisten nu ook eens betaald zouden kunnen werken.  Het komt toch wel eens heel schel in het licht te staan, wanneer ik bijvoorbeeld vakantiebestemmingen en ervaringen deel met leeftijdsgenoten die wèl gewoon geld verdienden voor al hun werkuren. Een vvd-er zou zeggen:” dan stop je er toch mee!”  Maar ja, de kunst en ‘het geestelijke” waaronder o.a. de euritmie en de antroposofie vallen, heeft nou eenmaal idealisten nodig om te kunnen bestaan. Op veel terreinen wordt de sociale driegeleding al ingezet, waarom dan niet ook in de cultuursector en waarom dan niet voor de euritmie? Stichting Boilerhouse bewijst met haar 30 jarige bestaan en haar geleverde inhoudelijk en maatschappelijk betrokken projecten wel dat zij professionalisering verdient.  Voor mij is het met drie kleine kinderen praktisch niet meer haalbaar om op zaterdagen te repeteren. Als ik hier een werkdag voor in kan zetten kan ik eindelijk betaalt aan mijn roeping (namelijk euritmisch kunstzinnig werken) gehoor geven. 

Franziska Knetsch | Sinds het project ‘Goudhartslag’ in 2014 ben ik verbonden aan Boilerhouse en heb ik sindsdien aan iedere productie meegewerkt. In 2010 ben ik afgestudeerd aan de euritmieopleiding en heb in die jaren daarnaar veel eigen projecten gedaan en meegewerkt aan verschillende euritmie-voorstellingen. De euritmie als podiumkunst vernieuwen, voorstellingen maken, die aansluiten aan de tijd en je mensen raakt door het niet zichtbare, dat wat in het ‘ertussen’ ligt, eruit te toveren met de euritmie was mijn doel. Het uit het antroposofische isolement halen, Maar ja, hoe ik zelf had geleerd de euritmische middelen te gebruiken, ‘toe te passen’ en wat ik meemaakte in producties, waar je in feite conceptueel iets uitvoerde, wat van tevoren bedacht was, bleef voor mij abstract, vervulde mij niet en raakte mij ook niet. Hoe zal het dan publiek raken?Toen ‘strompelde’ ik in zekere zin de lopende repetities voor “Goudhartslag” binnen en wist niet, wat ik meemaakte. Er was geen stupide herhalen van vastliggende ‘euritmie-vormen’/choreografiën tot ieder het gelijk deed, maar veel gesprek, veel overleg, veel gezamenlijke zoektocht, waarover gaat het eigenlijk? Wat wil gezegd worden. En ik wist, dat is de weg. Voor mij was het een soort “thuiskomen” en steeds meer het huis kunnen bewonen wat ik als kunstenares, maar ja, ook als mens algemeen, binnen de Boilerhouseproductie mocht ervaren, leren en ontplooien. De werkwijze, die uitgaat van jezelf en niet een bedenksel, het gezamenlijke bevragen, onderzoeken, niet weten door het gesprek schept de verbinding binnen de mensen, die aan meewerken en vormt een substantie, dat ‘de andere kant van de werkelijkheid’, om een Boilerhouse vocabulair te gebruiken, mee kan werken en het niet zichtbare zo zichtbaar en voelbaar wordt. Je als het ware de hemel op de aarde brengt. In alle processen naar voorstellingen toe en in de uitvoeringen zelfs van Boilerhouse raakte mij dit steeds weer het allermeest. In die zin zijn het altijd geboorteprocessen en er wordt binnen het kunstzinnige werk steeds iets geboren, wat handen en voeten krijgt. Dat doet Boilerhouse nu al sinds 30 jaar. Het is meer aan de tijd, dat dat wat in de binnen-processen in het kunstzinnige werk steeds weer plaatsvindt, ook zijn neerslag en uitdrukking vindt in het uiterlijke bestaan ervan. Het is de noodzakelijke consequentie, dat Boilerhouse zich nu zodanig ‘professionaliseert’, dat de euritmistes, die meewerken, de vrij-ruimte financieel kunnen krijgen voor een dag per week. Zo krijgt het binnen de levenslaag in het alledaags bestaan, concreet in maatschappelijk context, de waardige vorm, die hem van binnenuit toestaat en toekomt.

Monique Mea Moerkens | Sinds 2012 speel ik mee in Boilerhouseprojecten onder de artistieke leiding van Laura Vink. Dit is een heel bewuste keuze geweest en tot op heden nog steeds. Het is de werkwijze die Laura hanteert die mij enorm aanspreekt. Laura weet heel goed de eigenheid van eenieder te zien en haalt dat naar boven middels haar creatieve procesbenadering. Er is geen van tevoren bedacht plaatje, maar een levend proces waar ik, als euritmisch kunstenaar doorheen word geloodst. De teksten worden als een biografie geschreven door Taco. Vanaf het begin werk ik met Taco’s tekst en treedt als het ware, alsof ik in een voor mij speciaal gemaakt kledingstuk kruip, langzaam in die tekst. Zo wordt het geheel als mijn hele innerlijke wereld uiterlijk zichtbaar gemaakt als ik voor een publiek sta.

Maaike Brand | Sinds september 2020 ben ik ingestapt bij het Boilerhouseproject ‘De kleine Prins’. In 1999 begon ik aan de euritmieacademie als studiegenoot van enkele andere Boilerhouse- leden, al ging mijn leven aanvankelijk een andere kant op; het gezinsleven op jonge leeftijd. Twintig jaar na dato ben ik alsnog gaan werken als euritmiedocent op basis- en middelbare scholen. Als docent vind ik het heel belangrijk om ons vak verder te ontwikkelen en te onderzoeken en Boilerhouse is daar een buitengewoon geschikte plek voor. Zowel de werkwijze; het écht nog niet weten en daardoor écht op zoek gaan in plaats van het bekende herhalen, als de mensen die zich ermee verbinden, als het open en meewillende publiek wat bij de voorstellingen aanwezig is, maken dat Boilerhouse wezenlijk bijdraagt aan de ontwikkeling van verschillende kunsten. Middels thema’s, beelden, teksten en muziek die mensen tot nadenken stemmen. Daarbij is Boilerhouse, als een van de eerste kunstgezelschappen, in de ontwikkeling van een nieuwe inrichting van de sociaal-economische samenleving gestapt. Vele Haagse, Nederlandse en internationale bedrijven werken via dit gedachtegoed, hoe is dat met de cultuursector? Wanneer ons werk gewild, gedragen en gesteund wordt door vele individuen is dat, naast het zichtbaar maken van onderliggende, verbindende onderwerpen en de ontwikkeling van euritmie-theater, een serieuze stap in de toekomst waarin cultuur een nieuwe, innige plek krijgt in de harten van de mensen. Heel graag werk ik een dag per week aan het Boilerhouseproject ‘De kleine Prins’, ons omringd wetend dóór mensen en werkend vóór mensen, als een wederzijdse bekrachtiging en een gezonde uitwisseling die onze wereld op een positieve manier beïnvloedt.

Bettina Grube | Seit 2009 nehme ich immer wieder als Eurythmistin an den Boilerhouse-Produktionen teil. Jedes Mal kehre ich froh und bereichert nach Hamburg zurück. Laura Vink vermag ihre Inspirationen von Menschen und Orten zu schöpfen und in genialer einzigartiger Weise Performances zu erschaffen. Diese haben immer einen geistigen Gehalt und sind professionell durchgestaltet bis in wesentliche Details. Visionen werden Wirklichkeit, und Eurythmie spielt darin eine wichtige Rolle! Als Gast aus dem Ausland war ich immer wie auf Händen getragen und durfte mich in die Gesamtheit des Programms einfädeln, nicht zuletzt durch die Hilfe meiner Kolleginnen, die regelmäßig diese Kunstwerke vorbereiten durch Üben und konzeptionelle Gespräche. Ich hoffe, Lauras Impuls und ihre besondere Phantasie wird in Zukunft weiter und mehr zur Entfaltung kommen dürfen.